Ga terug
Brainblog

Gespreksvorm in e-learning: 5 tips voor goed geschreven spreektaal.

gesprekvorm
Ivo Digital Learning Specialist
Over onze brainblogs

Wij vinden het leuk om jou te inspireren en onze kennis over (online) leren te delen. In onze brainblogs lees je meer over relevante thema’s binnen ons vakgebied.

De gespreksvorm is binnen online leren een populaire vorm om leerinhoud aan te bieden. Met een gespreksvorm bedoelen we het presenteren van informatie in de vorm van een (fictieve) dialoog. De populariteit van deze werkvorm heeft een reden: de informatie verandert van plat en zakelijk naar praktisch, realistisch en herkenbaar. Maar het levert ook een uitdaging op: het uitschrijven van een gesprek vraagt om een andere manier van schrijven. Je moet spreektaal op papier zien te krijgen. Maar hoe? In dit blog delen we vijf tips voor goed geschreven spreektaal.

Tip 1 – Speel je gesprek na

“Had je het gehoord? Een collega van HR heeft op een link in een mailtje geklikt. Gelijk haar hele computer geblokkeerd.”

“Echt? Nee joh! Wanneer?”

Je herkent het vast: zodra je gaat schrijven, gebruik je opeens veel formelere woorden dan wanneer je dezelfde boodschap hardop zou uitspreken. Er duiken lange, omslachtige zinsconstructies op. Je gaat moeilijke woorden gebruiken als ‘jegens’, ‘inzake’ of ‘derhalve’. Of je kiest plotseling voor ‘welke’ als betrekkelijk voornaamwoord in plaats van ‘die’ of ‘dat’. Nu zou je dit sowieso niet moeten doen, maar in een gespreksvorm is dit al helemaal onrealistisch. Gelukkig is er een simpel trucje om dit te voorkomen: spreek je geschreven tekst hardop uit. Of eigenlijk: speel het gesprek een keertje met jezelf na. Je hoort dan al heel snel welke woorden jij nooit hardop zou uitspreken. En dus welke woorden jouw tekst formeel of onrealistisch maken.

performance support

Tip 2 – Zoek woorden voor het zoeken naar woorden

“Ik bedoel… Je leest elke dag in de krant over dit soort mailtjes. Dan weet je dat je niet op zo’n link moet klikken. Toch? Ik vind het eerlijk gezegd nogal eh… dom.”

“Tja… Heel eerlijk… Het was nog best eh… overtuigend. Ik zou er misschien ook wel intrappen als ik zo’n mail zou krijgen. Ik… Ik durf daar mijn hand niet voor in het vuur te steken hoor.”

Een belangrijk verschil tussen schrijftaal en spreektaal is de manier waarop ze tot stand komen. Een geschreven tekst heeft een relatief lange aanloop: je denkt na over je boodschap, je begint met schrijven, je leest het na, je herschrijft, je leest het nog een keer na en uiteindelijk heb je je tekst.

Bij een gesproken tekst is dit proces veel korter. Je begint met praten en je hersenen denken ondertussen na over de woorden die kort daarop volgen. Dat heeft gevolgen: je hapert in je zoektocht naar de juiste woorden. Je ‘eeuht’. Je laat een stilte vallen. Je vult je zin op om bedenktijd te winnen (‘Ik bedoel […]’ ‘Zeg maar.’ ‘Snap je?’). Je begint halverwege met een nieuwe zin, omdat je een betere manier van verwoorden hebt bedacht. Allemaal elementen die een gesprek een gesprek maken. En dus zou dit ook terug moeten komen in je uitgeschreven gespreksvorm.

Tip 3 – Duik in de WhatsApp-modus

“Pff, wat nu? Gewoon afwachten? Of toch ICT even inschakelen?”

“Hm, ik weet het ook niet. Misschien toch voor de zekerheid even bellen?”

Ho! Hm! Pff! Poh! Ach! Haha! Ts! Als we praten, gebruiken we tussendoor allerlei klanken en geluiden om onze woorden te ondersteunen. Hiermee benadrukken we de emotie die we ervaren. In geschreven teksten gebruiken we deze klanken en geluiden natuurlijk niet. Op één belangrijke uitzondering na: WhatsApp. Lees je WhatsApp-gesprekken maar eens terug: plotseling vliegen de hmm’s en pff’s je om de oren in je geschreven teksten. Door dergelijke klanken uit te schrijven in je gespreksvorm, creëer je de illusie van een gesproken verhaal. Poeh!

gespreksvorm

Tip 4 – Onderbreek het gesprek

“Sorry, maar ik snap echt niet hoe je hier in kunt trappen […]”

“Tja”

“[…] al die spelfouten, vreemde afzender, die rare link. Het was duidelijk nep.”

Twee mensen die in gesprek zijn, praten vaak genoeg door elkaar heen. Je toehoorder neemt je zin over. Je corrigeert je gesprekspartner halverwege een zin. Of je dropt halverwege even een bevestigende ‘ja’. Volledig uitpraten zonder interruptie is er lang niet altijd bij tijdens een gesprek. Vaker niet dan wel zelfs. Daar kun je gebruik van maken bij het uitschrijven van een gespreksvorm. Laat persoon B de zin van persoon A afmaken. Of laat persoon A de zin van persoon B even onderbreken, voordat persoon B de zin afmaakt.

Tip 5 – Slik het in!

“ICT al gesproken?”

“Ja, niet best hoor.”

“M’n broer heeft ’t vorig jaar ook gehad. Echt zuur.”

Wie praat, is lui. Of laten we het positief framen: efficiënt. We raffelen tijdens het praten woorden of zinnen bij voorkeur af. Zo slikken we bijvoorbeeld klinkers in, om sneller to the point te komen. Het praat toch lekkerder als je ‘m’n rugtas’ kunt zeggen in plaats van ‘mijn rugtas’. Met dank aan de apostrof kun je dit ook tekstueel weergeven.

Ook laat je al pratend gemakkelijk woorden weg. ‘Ik denk van wel’ is toch iets omslachtiger om uit te spreken dan ‘Denk ‘t’. Waarom zou je tijd verspillen aan het uitspreken van ‘Laten we het doen zoals jij zojuist hebt voorgesteld’ als je ook gewoon ‘Is goed’ kunt zeggen. Grammaticaregels gaan hierbij regelmatig overboord en hulpwerkwoorden verdwijnen in het niets. En dat is in dit geval helemaal prima. Voor de gespreksvorm maakt elke taalpurist graag een uitzondering.

Tot slot: maak gebruik van je doelgroepanalyse

De tips hierboven kunnen je helpen om tekst als overtuigende gespreksvorm uit te schrijven. Maar natuurlijk heeft de context van je leeroplossing veel invloed op de woorden die je uiteindelijk kiest. Een gesprek tussen twee ICT’ers zal anders verlopen dan tussen twee juristen. Heb je de kans om met mensen uit de doelgroep in gesprek te gaan? Profiteer daarvan! Welke woorden gebruiken zij veel? Hoe bouwen zij hun zinnen op? Het is niet het hoofddoel van je doelgroepanalyse, maar wel mooie bijvangst als input voor je gespreksvorm.

Over Ivo

Ivo Terpstra is Digital Learning Specialist bij inBrain. Door zijn achtergrond in de journalistiek én voorliefde voor taal zoekt hij altijd naar creatieve manieren om een verhaal op een heldere manier over te brengen aan de doelgroep.

Ivo - Digital Learning Specialist
Maximise potential ...
met digitale leeroplossingen!
Naar contactformulier
Cookies?

inBrain hecht grote waarde aan het beschermen van uw persoonsgegevens. inBrain maakt op haar website zeer beperkt gebruik van cookies.

Ja, ik accepteer cookies Nee, liever niet