
‘Een man weet pas wat-ie mist, als ze er niet is’, zong De Dijk ooit. Het had zomaar over een niet te onderschatten onderdeel van een digitale leeroplossing kunnen gaan: de actiezin. Iets dat op het eerste oog futiel lijkt, maar in de praktijk een enorme invloed heeft. In dit blog zal ik laten zien hoe jij als onderwijskundig ontwikkelaar met dat ene actiezinnetje de gebruiksvriendelijkheid van een e-learning of andere leeroplossing flink kunt verbeteren.
De actiezin: wat is dat precies?
Een actiezin is een korte zin die uitlegt welke actie van een gebruiker wordt verwacht op een specifieke pagina van een leeroplossing. De actiezin geeft antwoord op de vraag: ‘wat moet ik hier doen?’ Vaak gaat de actiezin gepaard met een instructiezin: een zin die zo precies mogelijk uitlegt op welke manier je die actie uitvoert. De instructiezin geeft dus antwoord op de vraag: ‘hoe moet ik dat doen?’ Een voorbeeld:
- Actiezin:
Beantwoord de onderstaande vraag. - Instructiezin:
Selecteer een of meerdere antwoorden en klik op ‘Antwoord indienen’.
Misschien denk je nu wel: ach, als die actiezin en instructiezin er niet hadden gestaan, had een gebruiker best begrepen dat hij of zij de vraag moest beantwoorden. De vraag staat toch gewoon in beeld? Zeker, het was ongetwijfeld goedgekomen. Maar het had wel meer denkkracht van de deelnemer vereist. Heel overdreven was dit het proces geweest:
- Constateren dat er een vraag op de pagina staat.
- Vaststellen dat je die vraag zal moeten beantwoorden om verder te kunnen.
- Je afvragen of er één antwoord goed is of dat er meerdere antwoorden goed kunnen zijn.
- Twijfelen of je veilig een antwoordoptie kunt selecteren, zonder dat je jouw antwoord gelijk definitief indient.
- Uitzoeken waar je precies moet klikken om je antwoord in te dienen.
Dit denkproces gaat natuurlijk razendsnel: een kwestie van seconden, een stuk of tien hooguit als je wat minder ervaren bent met online leren. Maar als je daar op élke pagina mee te maken krijgt, dan telt het al snel op. Allemaal denkkracht die wordt besteed aan het begrijpen hoe een werkvorm in een e-learning technisch werkt. Denkkracht die iemand dus niet meer kan besteden aan waar het eigenlijk om draait: de leerinhoud.
Dan maakt een actiezin (aangevuld met instructiezin) ineens een wereld van verschil. Neem het eerder genoemde voorbeeld en je weet gelijk: ik moet een vraag beantwoorden, er kunnen meerdere antwoorden goed zijn én ik moet op de knop ‘Antwoord indienen’ klikken om mijn antwoorden te controleren. De kracht van de actiezin. En dan is een meerkeuzevraag nog een eenvoudig voorbeeld, bij complexere werkvormen is het helemaal van waarde.

Waarom een actiezin de gebruiksvriendelijkheid verhoogt
Een actiezin is een voorbeeld van UX-schrijven (of: UX writing). Dit is een onderdeel van UX-design, het vakgebied dat zich richt op het optimaliseren van de gebruikerservaring bij het gebruik van een product of dienst, in ons geval een online leeroplossing. UX-schrijven betreft specifiek het inzetten van korte teksten om deze gebruikerservaring te verbeteren. Korte tekstjes begeleiden iemand bij het gebruik van een digitaal product. Die tekstjes kom je overal tegen, ook in digitale leeroplossingen. Bijvoorbeeld de tekst die je op een klikbare knop ziet staan (‘Antwoord indienen’, ‘Volgende’, ‘Terug’), navigatie-uitleg of placeholder-teksten in een open invulveld. En dus ook in de vorm van actie- en instructiezinnen.
Als onderwijskundig ontwikkelaar bedenk je waarschijnlijk allerlei werkvormen die het leren afwisselend, motiverend en interactief maken. Daarbij wil je dat gebruikers snel begrijpen hoe ze met de afwisselende werkvormen moeten omgaan. Hoe draai je een flipcard om? Hoe sleep je antwoorden bij een drag-and-drop? Hoe kijk je rond in een 360°-foto? Allerlei momenten waarop je tekstuele begeleiding kunt bieden en misschien zelfs wel MOET bieden. Als service naar de gebruiker, maar vooral om die cognitieve belasting onder controle te houden.

Actiezinnen formuleren: eerst de ‘wat’…
Bij het ontwikkelen van een digitale leeroplossing zul je goed moeten nadenken hoe je deze actiezinnen en instructiezinnen formuleert. Je moet zo concreet en duidelijk mogelijk zijn. ‘Lees de vraag’ duidt op de aanwezigheid van een vraag, maar ‘lezen’ is niet het enige dat je van de gebruiker verwacht. ‘Beantwoord de vraag’ is daarmee al beter. Er is ergens een vraag en de gebruiker moet antwoord geven op die vraag. Maar ja, welke vraag precies? Dat kan nog een stukje concreter. ‘Beantwoord de onderstaande vraag’. Hebbes! Er is een vraag, die moet je als gebruiker beantwoorden én de vraag staat onder deze actiezin. Kort, duidelijk en concreet.
…en dan de ‘hoe’
Maar dan ben je er nog niet. Je weet nu immers als gebruiker WAT je moet doen, maar nog niet HOE. ‘Beantwoord de onderstaande vraag’ kun je in theorie ook mondeling uitvoeren. Als je hardop krijst “het is A”, heb je als gebruiker gewoon aan de opdracht voldaan. Maar toch is het niet wat je precies wilt. Je zult aan de gebruiker moeten uitleggen hoe je die vraag precies beantwoordt.
Met een ondersteunende instructiezin dus. Hierin moeten alle verwachte handelingen worden vermeld. Dat je een antwoord moet selecteren. Of meerdere antwoorden wellicht. En dat je bijvoorbeeld op de knop ‘Antwoord indienen’ moet klikken, nadat je het antwoord hebt geselecteerd. Dan krijg je dus zoiets als ‘Selecteer een of meerdere antwoorden en klik op ‘Antwoord indienen’.’
Uitgaan van patronen
De échte UX-fanaticus zal wellicht beweren dat er nog steeds onduidelijkheid is. Hoe selecteer je dan precies een antwoord? En moet je niet benadrukken dat ‘Antwoord indienen’ een knop betreft? Volgens de letter van de strengste UX-wetten zal dat vast zo zijn. Maar in hoeverre je dat winst oplevert… Met de instructiezin ‘Klik met de linkermuisknop op één of meerdere antwoorden om deze te selecteren en klik vervolgens met de linkermuisknop rechtsonderin op de oranje knop ‘Antwoord indienen’ om je antwoord definitief in te voeren en de feedback bij jouw antwoord te lezen’ ben je hartstikke concreet, maar het is zó’n lange omschrijving dat de gebruiksvriendelijkheid alsnog ver te zoeken is.
Bovendien weet je vanuit je doelgroeponderzoek al hoe digitaal vaardig de doelgroep is. Zeker bij mensen die ervaring hebben met e-learning mag je best van bepaalde vaste patronen uitgaan. Bijvoorbeeld dat ergens op klikken betekent dat je het element selecteert. Dat is in andere e-learnings vaak zo, maar ook bijvoorbeeld op websites en webshops. Dat je de linkermuisknop moet gebruiken om te klikken is al helemaal een handeling waar niemand over nadenkt en die je dus moeiteloos weg kunt laten.
Je ziet dat je echt op het meest gedetailleerde niveau over je actie- en instructiezinnen zou kunnen nadenken, maar wees niet bang: je hoeft niet zó fanatiek te zijn om toch veel winst te behalen. Het belangrijkste is dat je je als onderwijskundig ontwikkelaar realiseert dat je niet alleen verantwoordelijk bent voor de inhoud van een leeroplossing, maar dat je ook actief kunt bijdragen aan een betere gebruikerservaring. Blijf lekker creatief in je werkvormen voor jouw e-learning, maar zorg wél dat iemand zo snel mogelijk begrijpt welke actie daarbij komt kijken. Denk na over je formulering en test je werkvorm met actiezin een keer bij de doelgroep (een collega, vriend of familielid mag natuurlijk ook). Met weinig moeite neem je heel wat cognitieve belasting weg.
Behoefte aan een expert om mee te denken over een gebruiksvriendelijke, interactieve leeroplossing? Neem contact met ons op via het contactformulier op deze website. Klik hieronder op ’Stuur een bericht’ om het contactformulier te openen. Duidelijke actie toch?
Stuur een bericht
Over Ivo
Ivo Terpstra is Digital Learning Specialist bij inBrain. Door zijn achtergrond in de journalistiek én voorliefde voor taal zoekt hij altijd naar creatieve manieren om een verhaal op een heldere manier over te brengen aan de doelgroep.
